De kroontjespen van de Drost

Bij het schaarse licht van lamp en kaarsen, buigt de Drost zich over z’n papier.
De gebogen en gespleten stalen penpunt houdt de inkt angstvallig vast.
Het mag niet baten, gulzig zuigt het papier het blauwe goud in zich op.
In een regelmatige cadans krast de kroontjespen over het handgeschepte papier.
De Drost schrijft met inkt sierlijk letter voor letter de woorden aaneen.
Letters worden tot zinnen, zinnen worden tot teksten, teksten vormen een document

Met zijn documenten laat de Drost veel sporen in de samenleving na.
Hij splijt de vechtenden, pakt het geld van neringdoenden, en spreekt voor het algemeen.
Doch met zijn pen trekt zijn blauwe bloed ook regelmatig diepe wonden.
Een kroontjespen is scherper dan een zwaard en beslist over andermans leven.

De Drost als zetbaas van het landsbestuur is ook maar een mens.
De verleiding is vaak groot om de wet naar eigen hand te zetten.
En zie : een losgeslagen land en boze burgers tegenover de Drost.
Frankrijk neemt Nederland over en de Drost ontvangt Koning Lodewijk.
Hij kan z’n huid niet meer redden : Nederland kent geen Drosten meer…

De Drost z’n kroontjespen ligt nu doelloos op de schrijftafel.
De inkt is opgedroogd en er komen geen letters meer.
Een democratie is er gekomen, een tijd van de letter van de wet.
Die kroontjespen, die is er nu voor iedereen…

RM. 2010