Ietwat verscholen tussen de sporthal, het openluchtmuseum en de woonwijk Wildehof  vinden we nu een mooi parkgebied dat een weerspiegeling is van de mooie tuinen die op deze plek tweehonderd jaar geleden waren te vinden.

Wanneer je zo’n honderd jaar geleden vanaf Oldenzaal Ootmarsum binnenkwam – nog via een onverharde weg…-,  passeerde je ter hoogte van Hotel De Landmarke  -het vroegere jachthuis van het Huis Ootmarsum- , aan de rechterkant de grote boerderij De Vinke van de familie Aarnink en links een grote oude schuur die tweehonderd jaar geleden nog dienst deed als schuilkerk tijdens de katholiekenvervolging. Iets verder vlak voor het kerkhof kon je rechtsaf en daar begon de Alleeweg. Aan die Alleeweg vond je aan de linkerkant de woningen van de familie Bekhuis en Pikkemaat, en aan de rechterkant het voetbalveld van KOSC. Even verder begon een statige laan met geweldige hoge bomen. Een zandweg met daarnaast een fietspad. De Alleeweg vanaf de Oldenzaalsestraat is verdwenen, het voetbalveld werd parkeerplaats Stadsweide en de bomen van de laan zijn gekapt : voor een deel. Het oude fietspad is er nog en markeert het kolkengebied. De huidige Alleeweg begint bij de uitloop van de kolken aan de Berend Vinckestraat.

Dat kolkengebied was tot 1800 bezit van de familie Heiden Hompesch en onderdeel van het Huis Ootmarsum, gevestigd op de locatie van de voormalige Commanderie Ootmarsum. Het landgoed bestond uit een in 1740 gebouwde havezate met bijgebouwen en een geweldige tuin die als de mooiste van Oost Nederland werd aangemerkt. De bewoner van het Huis Ootmarsum kocht eind 1700 boerderij en land van Erve Wigger en breidde de tuinen tussen de voorste en achterste watermolen uit met een aparte wildbaan, een fontein Arion en een koepeltuin met berceau. Na verkoop van het huis en grond begin 1800 werd het huis met bijgebouwen met de grond gelijkgemaakt en werd de grond in kleine stukjes verkocht als volkstuintjes aan de inwoners van Ootmarsum. Alleen de kolken bleven. De grote en de kleine kolk is een begrip bij vele oudere inwoners van Ootmarsum. De kleine kolk was een uitloop van het riool van Ootmarsum met een bezinkvijver en de grote kolk had minder dan de helft van het formaat van nu. Dat vergroten van de grote kolk was een initiatief van wethouder Bloemen die er een vis- en schaatsvijver van liet maken in de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Bij de plannen voor de nieuwe inrichting van het commanderiegebied vanaf het jaar 2000 dreigden de kolken te verdwijnen. Een stedenbouwkundig bureau ontwierp een plan met 26 woningen en de vijvers zouden moeten worden gedempt. Nadat de Raad van State het plan verwierp werd een aangepaste versie van het plan gemaakt en bleven de kolken niet alleen in tact, maar werden in ere hersteld. Het aanpalende ‘ Populierenbosje’ aan de Wildehof werd ook geheel nieuw ingericht en kreeg zelfs een soort amphitheater. De firma Negam kreeg de opdracht de herinrichting en groot onderhoud uit te voeren. Overleg van de gemeente met de omgeving vond plaats, de schaatsclub was na de brand in het clubgebouw ook de schaatsvijver kwijt. Het waterschap maakte een nieuw plan voor dit gebied waar de Molenbeek los gekoppeld werd van de grote vijvers. De oude authentieke vijver van het Huis Ootmarsum bleef intact en de grote vijver werd uitgebaggerd. De vissen kregen een ander thuis en de loop van de Molenbeek werd verrijkt met een wadi-gebied, een overloop om hoogwater op te vangen. De Molenbeek vervolgt haar weg door de woonwijk langs Hotel De Wiemsel naar Tilligte. De fiets en wandelpaden met de hoge bomen bleven en geven een indruk alsof het park er al jaren zo uitzag. Hier en daar werden banken geplaatst en er kwamen stijlvolle bruggetjes. Een aansluiting op het Commanderieplein werd gemaakt met een wandelroute langs het hopveld van de Brouwerij van het Othmar bier. Nadat de door grote baggermachines omgewoelde grond tot rust was gekomen, stak onmiddellijk alweer het groen de kop op. Eenden namen weer bezit van de vijvers en andere fauna nestelde zich in het vernieuwde gebied alsof het altijd zo geweest was.

De oude tuinen van het Huis Ootmarsum waren particulier bezit van de toenmalige Drost van Twente en de inwoners van Ootmarsum konden er alleen vanuit de verte naar kijken : nu is het gebied in bezit van de gemeente en dus van ons allemaal. Er kan nu onbeperkt van genoten worden en een wandeling door het park, met de geschiedenis van het gebied in het achterhoofd, brengt wellicht dat ontspannen gevoel uit vroeger tijden terug dat we in onze jachtige tijd dreigen te verliezen.